De geboorte van Lambertus Broekmeulen, alias Broekmans, hebben we niet teruggevonden. De eerste vrouw van Lambertus, Elisabeth Geelen, was in 1693 getuige bij een huwelijk in Roosteren. Zij moet dus waarschijnlijk van voor 1675 zijn en dat maakt het aannemelijk dat ook Lambertus van voor dat jaar geboortig zal zijn.
De vader van Lambertus is dus niet met absolute zekerheid vast te stellen. Gezien de naam van de eerste zoon van Lambertus, Wilhelmus Jacobus, kunnen we niet uitgaan van de traditionele vernoeming in de katholieke gezinnen. De naam Wilhelmus komt namelijk niet voor in de familie Broekmeulen of Broekmans. De naamgeving is waarschijnlijk te linken aan de naam van de peetvader, Wilhelmus Houben.
Enig houvast in de zoektocht biedt de doopgetuige bij de eerste dopeling, ene Matthias Broeckmeulen. Dit is hoogstwaarschijnlijk een broer van Lambertus of anders de vader of een neef. Er zijn twee Mathiassen bekend. De oudste, eventueel de vader van Lambertus, is geboren in 1644, zoon van Arnoldus Broeckmeulen en Agnes Schoolmeisters. De jongste, eventueel een broer of neef van Lambertus, is van 1663 en is een zoon van Simon Broeckmeulen en Catharina Kleinjans. Simon is een broer van de eerder genoemde Arnoldus. We komen deze Simon onder de naam Broeckmoelen in 1645 in Roosteren tegen als zijn grond recent openbaar geveild is.
Tenslotte is er nog een tweede broer van Arnoldus, Lambertus geheten. Deze is echter in Echt getrouwd en heeft daar, voor zover bekend, alleen maar dochters gekregen.
Het zou dus kunnen dat Lambertus, de vader van Arnoldus uit Roermond, een kleinzoon is van Arnoldus (via Matthias) of een zoon van Simon.
In het eerste geval zou Lambertus getrouwd zijn met een volle nicht (Maria Houben). Zijn schoonmoeder is namelijk een dochter van Arnoldus en Agnes en dus een zus van Matthias. In het tweede geval is de bloedverwantschap gemengd in de tweede en derde graad (achternicht). In beide gevallen is dispensatie nodig. Deze is niet in het bisschoppelijk archief terug te vinden dus dat laat ons met een raadsel zitten.
Een tweede spoor zou de tweede naam van de oudste zoon van Lambertus kunnen zijn, Jacobus. De oudste kleinzoon van Lambertus heette ook Jacobus (zoon van Arnoldus in Roermond). De enige Jacobus die we verder uit de DTB [1] van de parochie Jacobus de Meerdere in Roosteren kennen is de zoon van Matthias met de dubbele naam Arnoldus Jacobus. Hoe deze vernoeming tot stand is gekomen is onzeker. Arnoldus is een vernoeming naar de grootvader aan vaderszijde maar waar de naam Jacobus vandaan komt is gissen. Het kan een vernoeming zijn naar de parochiepatroon. Wellicht moeten we echter zoeken in de familie van de grootmoeder, Maria Moelenaers. Deze had waarschijnlijk een broer en een neefje met de naam Jacobus. Zoals we eerder zagen kocht Lambertus zijn huis en grond van een tante, een schoonzus van Matthias Broeckmeulen. Erg veel houvast biedt dit spoor echter niet en we blijven zitten met de kwestie van de ontbrekende dispensatie.
Er is ook nog de Jacobus Broeckmans uit de gichtregisters. Qua datering zou dit een broer van Arnoldus, Lambertus en Simon kunnen zijn. We vinden van hem echter niets terug in de Limburgse (Nederlandse) DTB’s, noch die van Maaseik. Dit is alleen te verklaren door aan te nemen dat hij ongetrouwd is gebleven [2]. Dat is des te aannemelijker omdat in de protocollen waarin hij partij is nooit van een echtgenote wordt gerept hetgeen wel gebruikelijk was voor getrouwde stellen.
Op grond van het doorgeven van de naam Jacobus is dus het meest waarschijnlijke scenario dat Lambertus een zoon is van Matthias Broeckmeulen en Maria Moelenaers.
Aanverwanten van Lambertus Broeckmans alias Broeckmeulen, zijn volgens het parochieregister:
Mathias Broeckmans (Thijsken) als doopgetuige in 1698;
Maria Broeckmans als doopgetuige in 1714;
Petronella Broekmans als huwelijksgetuige in 1713.
Petronella zou normaal gesproken een zus van Lambertus moeten zijn, evenals Maria. Ze zijn echter niet te traceren. Petronella zou zijn dochter uit zijn eerste huwelijk kunnen zijn. Zij was dan echter pas 15 jaar oud. Overigens treffen we in Maaseik in de 17e eeuw twee keer een Petronella Broeckmeulen aan. Frappant is dat Petronella, de oudste dochter van Lambertus, in Maaseik trouwde.
Matthias zou de vader kunnen zijn, vooropgesteld dat we het spoor via Jacobus negeren.
De oudste zoon van Arnoldus en van Simon heette Matthias, evenals de tweede zoon van hun zus Gertrudis. Het is dus vrijwel zeker dat hun vader Matthias heette.
Resumerend komen we tot de volgende stamreeeks:
- Matthias Broeckmeulen gehuwd met Catharina
- Arnoldus Broeckmeulen gehuwd met Agnes Schoolmeisters
- Matthias Broeckmeulen gehuwd met Joanna Moelenaers
- Lambertus Broeckmans gehuwd met Maria Houben
- Arnoldus Broeckmeulen gehuwd met Maria Heux
De oudste vermelding van de stamvader Matthias is uit 1621 [3]. Het blijft in nevelen gehuld of deze Mathias de eerste Broeckmeulen-generatie in Roosteren vertegenwoordigt. Aangezien daar weinig generatiegenoten gevonden worden is het voor de hand liggend om in de buurgemeente Maaseik naar een aansluiting te zoeken.
We treffen daar in de 17e eeuw de naam Broeckmeulen veelvuldig aan waaronder twee keer een Mathias (neven van elkaar, geboren in 1628 resp. 1633). Geen Lambertus echter en de neven Mathias zijn helaas te laat geboren om de vader van Arnoldus, Lambertus en Simon te kunnen zijn.
De oudst bekende Broekmeulen uit de parochieregisters in Maaseik is Jan Brouckmeulen die gehuwd was met ene Helena. Zij worden in 1593 vermeld als ouders van Sibilla. De hierna komende naamgenoten, Broeckmeulen bieden helaas geen aanknopingspunten.
Een van de vroege naamgenoten in Maaseik was Jan Christoffel Broeckmeulen die in 1657 aanmonsterde op de oostvaarder “de Walvis” en in juni aankwam in Kaapstad om daar vervolgens landeigenaar te worden. Een jaar later overleed hij echter al.
Een directe aansluiting is dus niet gevonden maar dat er een familierelatie aan weerszijden van de Maas ligt is wel aannemelijk.
Ook de naam Broeckmans komt in Maaseik regelmatig voor.
In de lijst van communicantjes uit 1698 zien we twee dochters van Peter Broeckmans en tussen 1683 en 1699 zien we de geboorte van kinderen van Peter Broeckmans.
De oudste vermelding in de dtb-registers van de Catharina-parochie in Maaseik is de geboorte van Lucia in 1614, dochter van Renerius Broeckmans. Een aansluiting op Lambertus Broeckmans in Roosteren is niet te vinden.
De naam Broeckmans is zeer algemeen, zowel in de noordelijke als de zuidelijke Nederlanden. Waarschijnlijk ligt de oorsprong in de Kempen. Met name zou dat in Overpelt en Neerpelt kunnen zijn.
Eind 19e eeuw vestigden zich opnieuw (uit de Kempen afkomstige) Broekmans families in Roosteren. Zie de foto in het eerste hoofdsuk. Rechts café Broekmans
|
Het doopregister in Overpelt begint al in 1592 en daar vinden we dan in hetzelfde jaar al de eerste Brouckmans (moeder Catharina in 1592 en vervolgens getuige Maria in 1593, Maria dopeling en vader Dirrick in 1594 en in 1597, getuige Heyl oftewel Helena in 1595, Aert zoon van Dirrick in 1595 met Ariaen, Jan zoon van Dirrick in 1600, getuige Griet oftewel Margarita in 1602, Joannes zoon van Dirrick in 1602, Hendrick zoon van Dirrick in 1604, dopeling Catharina en vader Dirrick in 1605 en 1606. Het register in Neerpelt begint pas in 1654. De eerste vermelding aldaar van een Brouckmans betreft Catharina. Dit kan de dochter van Dirrick zijn die in 1606 in Overpelt geboren is. Verder zien we een Maria, een Margarita en een Heyl. Het lijkt er dus op dat we met één en hetzelfde gezin te maken hebben. Een aansluiting met Maaseik of Roosteren hebben we helaas (nog) niet gevonden. De registers zijn echter zwaar gehavend en de pastoor had een beroerd handschrift. Uit een akte in een gichtregister van Pelt maken we op dat in 1570 een Hubert Broeckmans in Neerpelt overleden is. In 1573 wordt Peter Broeckmans vermeld als vrachtrijder-handelaar. Verder was er in 1539 een geding tussen Lenart Lyskens en Jan Broeckmans. Deze laatste handelde onder andere in paarden. De familie is in Pelt dus echt inheems maar is door haar handelsactiviteiten ook erg mobiel. Zo verbleef een Aert (Arnoldus) Broeckmans uit Pelt in 1572 als veehandelaar in Brussel. En Lenaert Broeckmans verbleef in 1592 in het “buitenland”. In Overpelt vinden we verder in 1657 een Lambertus Broeckmans uit Neerpelt die een illegale dochter Elisabeth laat dopen. Verder een Arnoldus in 1630 en 1639 als doopgetuige. Deze Arnoldus (of Aert) is de in 1595 geboren zoon van Dirrick Brouckmans en zijn vrouw Catharina Lemmens. Na 1639 vinden we van het gezin van Dirrick niets meer terug.
Deze familie Broekmans maakte deel uit van de teutengemeenschap in de Kempen. Teuten waren rondreizende kooplieden die zich in veel gevallen ook in hun afzetgebied vestigden. Dit verklaart de verspreiding van de naam Broekmans in heel West-Europa.
Nog even terug naar de Broeckmeulens in Roosteren.
De doopdatum en trouwdatum van Arnoldus en Agnes is niet gevonden maar deze moeten vóór 1605 en 1620 resp. rond 1635 liggen. De roepnaam van Arnoldus is Areth. Onder deze naam komen we hem al in 1635 tegen in de rechterlijke archieven van de schepenbank in Echt [4], evenals een Encken (Anna) Broeckmeulen [5], vermoedelijk zijn zuster die getrouwd was met Simon Breijen. Agnes was meter van een kind van een zoon van Anne Breijen-Broeckmeulen. Arnoldus had dus mogelijk een broer met de naam Lambertus die in Echt trouwde en woonde maar in Roosteren geboren is, een zus Anna en een broer Simon. In het gichtregister van Echt komen we in 1645 echter ook een “wijlen” Sijmon Broeckmoelen uit Roosteren tegen bij de openbare verkoop van een “hoefstaet” en de overdracht van een stuk grond aan de Lemkoul in Roosteren [6]. Dit is een generatiegenoot van de vader van Arnoldus en Simon en dus wellicht een broer van Mathias en of Jacobus.
Bovengenoemde Encken is in 1635 juridisch betrokken bij een ingewikkelde procedure om de erfenis van Gerard Craeghs [7].
Wat de familierelatie is tussen haar en de familie Craeghs is niet duidelijk.
[1] Doop- trouw en begrafenisregisters.
[2] De geboortedatum valt, evenals die van Arnoldus, Lambertus en Simon, buiten de beschreven periode in de DTB van Roosteren.
[3] Schepenbank Echt: RHCL 01.016 5 p30
[4] RHCL 01.016 6 p. 00061 ev: Schepenbank Echt, protocollen van de terechtzittingen en vonnissen, 1623-1796.
[5] RHCL 01.016 6 p. 00064 ev: Schepenbank Echt, protocollen van de terechtzittingen en vonnissen, 1623-1796.
[6] RHCL 01.016 p. 00025 : Schepenbank Echt, gichtregister.
[7] RHCL 01.016 6 p. 00084 ev: Schepenbank Echt, protocollen van de terechtzittingen en vonnissen, 1623-1796.