Een mens heeft oneindig veel voorouders. Al deze voorouders hebben een steentje bijgedragen aan je persoonlijke eigenschappen zoals uiterlijk en karakter. Vandaar dat het zo zeldzaam is dat je een dubbelganger tegenkomt. Natuurlijk zijn de recentste voorouders dominant en hebben verre voorouders weinig inbreng in de huidige mens. Anders kon het zo maar zijn dat je er als Neanderthaler bij loopt. De mogelijkheid om via DNA onderzoek diep in de tijd terug te kijken heeft dan ook niet zo veel zin. De genealoog is echter nieuwsgierig naar zijn afkomst en schept er genoegen in om zo veel mogelijk generaties terug te zoeken via tijdrovend archiefonderzoek.

Voorbeeld van een stamboom die eigenlijk een kwartierstaat weergeeft.
De mormonen hechten veel waarde aan kennis over de afkomst en hebben een enorme data-base samengesteld en toegankelijk gemaakt via het internet. Dat heeft mede geleid tot het populair maken van de genealogie. Populair gezegd: het opmaken van een stamboom. Als de vroegst bekende voorvader gevonden is (we noemen dat een stamreeks), schept de fanatieke navorser er genoegen in om vervolgens alle nakomelingen van deze “stamvader” in kaart te brengen. De grafische weergave met de stamvader als stam (aangeduid als de proband) en de jongste generatie nakomelingen als blaadjes zou je een stamboom kunnen noemen. Meestal wordt echter met een stamboom de omgekeerde reconstructie bedoeld waarbij de onderzoeker de proband is en de takken van de boom de voorouders weergeven. Dit is feitelijk een kwartierstaat.
In adellijke kringen is het van belang om je afkomst te bewijzen met een kwartierstaat. Deze wordt dan grafisch weergegeven in een schema met de wapenschilden van de voorouderlijke families.
Op deze site is de verzamelde informatie over de afkomst van het gezin Lardenoye-Arpot weergegeven in een gecomprimeerde vorm. De kernvraag “waar liggen mijn roots”, is immers niet volledig weer te geven omdat het aantal “wortelpuntjes”, zoals gezegd, oneindig is. Alleen het ontbreken van geschreven informatie beperkt het aantal beginpunten.
Gaan we terug tot 5 generaties (de generatie die de Franse bezetting door Napoleon als volwassene meegemaakt heeft) dan is het aantal voorouderlijke families al maximaal 32, waaronder, in het geval Lardenoye-Arpot, één onbekende vader. En gaan we 10 generaties terug (we zitten dan in de 17e eeuw) dan is het maximaal aantal families 1032.
In deze presentatie beperken we ons tot de voorouders waaruit de grootouders van de auteur voortgekomen zijn. Van deze grootouders is de stamvader gezocht en van daaruit de familiegeschiedenis generatie na generatie beschreven.
De vier grootouders zijn Francus Hubert Lardenoije, Maria Clermonts, Leonardus Arpot en Maria Ida Broekmeulen. Als we de grensregio’s van Nederlands Limburg meenemen, komen bijna alle voorouders van deze grootouders uit de regio Limburg. Pas in de 5e generatie vóór de auteur zien we een mogelijk niet in de regio Limburg geboren voorouder (onbekende vader).
De tweede vreemdeling doemt op in de 8e generatie. Het betreft Cornelis van der Leeuw die in 1698 in Monster (Zuid-Holland) geboren is. Aan zijn afkomst en nageslacht is een apart hoofdstuk gewijd.

Het echtpaar Lardenoije-Clermonts
Als we aannemen dat de hiervóór vermelde onbekende vader van vreemde bodem is en er geen andere onwettige kinderen in de eerste zeven voorliggende generaties zijn kun je dus stellen dat de auteur van dit boek voor minimaal 96,8 % van Limburgse bodem is. Vooralsnog zijn er geen aanwijzingen in oudere generaties die op een significante daling van dit percentage wijzen bij verder teruggaan in de tijd.
Het begrip “Limburgse bodem” is nader te duiden. Bedoeld is het gebied in een brede strook langs de Maas, begrensd in het zuiden door de uitlopers van de Ardennen en in het noorden door Venlo. In het westen slechts een tiental kilometers van de Maas en in het oosten tot aan het vroegere Pruisische land.
In de 16e eeuw lagen in dit gebied meerdere landen oa. het prinsbisdom Luik, de Landen van Overmaas (te onderscheiden in het land van Dalem, het land van Valkenburg, het land van ’s Hertogenrade en het hertogdom Limburg), het hertogdom Gulik, het overkwartier van het hertogdom Gelre, het graafschap Horn, het graafschap Loon en tientallen kleine vrije rijksheerlijkheden. De voorouders tot tien generaties terug zijn bijna allemaal in deze landen terug te vinden.
In de 80 jarige oorlog vochten de legers van de koning van Spanje en van de Staten Generaal in de jaren tussen 1568 en 1648 om de soevereiniteit over deze gebieden. Lange tijd hadden de bewoners en lokale bestuurders daardoor te maken met twee elkaar beconcurrerende landheren. Zo zien we in een geboorteattest van Peter Aussems, zoon van wijlen schout Peter Aussems in 1639, dat hij braaf zijn contributie betaalt aan zowel de “Coninklijke Majesteit van Hispaignien als aan de heeren Staeten van Hollande”. Het attest diende tegelijkertijd als bewijs van goed gedrag en vrijgeleide, kennelijk gewenst in roerige tijden. Het schepenzegel van Noorbeek was niet beschikbaar dus werd het zegel van de buren in St Maartensvoeren gebruikt.
Met de vrede van Munster kwam hier min of meer een einde aan en werd het gebied grosso modo verdeeld in een Spaans (later Oostenrijks) gebied en een Staats gebied (Generaliteitslanden). Tot aan de Franse tijd speelde echter de oorspronkelijke bestuurlijke indelingen nog een rol.

Het echtpaar Leo en Riet Arpot-Broekmeulen
Een beschrijvende genealogische studie is in de praktijk nooit helemaal af. Deze publicatie zal dus ook regelmatig worden bijgewerkt met correcties, aanvullingen en nieuwe hoofdstukken. Indien u geïnteresseerd bent is het dus zaak om regelmatig de voortgang te controleren. Aan de datum onder deze inleiding kunt u zien of u “bij” bent.
De uitgebreide bronvermelding maakt het makkelijk om eigen onderzoek te verrichten. Het wordt op prijs gesteld als aanvullende informatie of een andere interpretatie van de bronnen wordt gedeeld. Mocht informatie uit deze site aanleiding zijn voor eigen publicatie, wordt het geapprecieerd als daarover overleg wordt gepleegd en deze site als bron wordt vermeld.
Tot slot wil ik er op wijzen dat de foto boven deze pagina onder andere de jonge Frans Lardenoije toont tijdens zijn dienstplicht gedurende de eerste wereldoorlog. Welke persoon het betreft verklap ik onder het hoofdstuk “Heugem 18e en 19e eeuw”.
Ik wens u veel leesplezier.
Loek Lardenoye
maart 2025